Roodborstjes hebben exact 10 gram voedsel per dag nodig om de winter te overleven

19 december 2025

Een van de meest herkenbare vogels in de Nederlandse tuinen is het roodborstje. Dit kleine, levendige diertje heeft ongeveer 10 gram voedsel per dag nodig om de winter te overleven. In de koude maanden kunnen voedselbronnen schaars zijn, waardoor het voor deze vogels een uitdaging is om voldoende energie te verzamelen. Het verzorgen van tuinvogels, zoals het roodborstje, is niet alleen een plezierige activiteit, maar ook een belangrijke bijdrage aan het welzijn van lokale fauna.

  • Roodborstjes zijn dol op ongekookte havermout, zaden en meelwormen.
  • Het bieden van voedsel in de winter helpt niet alleen de vogels te overleven, maar maakt de tuin ook levendiger.
  • Door op de juiste manier te voeren, kunnen meer vogels naar de tuin worden gelokt.

Voedselbehoefte van Roodborstjes

In de winter is het aanbod van natuurlijke voeding aanzienlijk verminderd. Roodborstjes hebben dan vooral behoefte aan energie, wat hen helpt om de koude nachten door te komen. Het voeren van een gevarieerd dieet is cruciaal voor hun overleving. Het is belangrijk om te weten wat deze vogels graag eten:

Voedseltype Voordelen
Ongekookte havermout Ideaal als snel beschikbaar voedsel.
Meelwormen Rijk aan eiwitten, voor extra energie.
Rozijnen Zoet en voedzaam, aantrekkelijk voor vogels.

De juiste manier van voeren

Vogels voeden kan op verschillende manieren. Om het roodborstje een veilige eetplek te bieden, is het belangrijk om voedsel op de juiste plaats te leggen. Ze zijn gevoelig voor roofvogels en geven de voorkeur aan voedsel dat goed verscholen ligt:

  • Gebruik een voederhuis dat bescherming biedt tegen grotere vogels.
  • Bevestig vetbollen of pinda’s op een plek waar ze gemakkelijk bereikbaar zijn.
  • Voeg voedsel toe in de vroege ochtend, wanneer de honger het grootst is.
Lees ook  Waarom merels dol zijn op appels en hoe je ze aantrekt

Daarnaast: andere wintervoeding voor vogels

Naast het roodborstje zijn er tal van andere vogels die ook in de winter extra hulp kunnen gebruiken. Merels, mezen en vinkjes kunnen allemaal profiteren van een extra handjevol voedsel. Hier volgt een kort overzicht van wat deze vogels graag eten:

  • Merels genieten van appels en peren, evenals broodkruimels in kleine hoeveelheden.
  • Mezen zijn dol op pinda’s, die een prima bron van vet zijn.
  • Vinkjes geven de voorkeur aan zaden en havermout.

Door aandacht te schenken aan de behoeften van ons lokale vogelbestand, creëert men niet alleen een levendige tuin, maar ook een waardevolle habitat die helpt om de biodiversiteit te behouden. Het maken van kleine aanpassingen kan een groot verschil maken in het leven van deze kleintjes tijdens de wintermaanden.

Entomologen verklaren waarom de kleine wintervlinder juist in december vliegt